dinsdag 9 november 2010

Reflectie op het hoorcollege met Stephan Okhuijsen


Reflectie op het hoorcollege met Stephan van Okhuijsen namens Bits of Freedom.

Tijdens het laatste hoorcollege met een gastspreker kwam Stephan van Okhuijsen vertellen namens de stichting Bits of Freedom. Eerst zal ik even uitleggen wat de organisatie als stelling heeft. De stichting Bits of Freedom is een onafhankelijke organisatie die opkomt voor digitale burgerrechten. Dit doen ze door bijvoorbeeld aandacht te vragen aan de politiek wanneer de burgerrechten in het geding komen.  Als door nieuwe informatie technologieĆ«n de privacy of de vrijheid van de burger aangetast wordt of dreigt te worden aangetast dan voeren zij daar actie tegen.

Tijdens het hoorcollege werd er vooral aandacht besteedt aan privacy en surveillance. Volgens Bits of Freedom (bof) is het nogal slecht gesteld met de huidige gang van zaken rondom de privacy van de burger op dit moment. Volgens bof voert de overheid namelijk sinds 2000 stelselmatig wetten in die de privacy van de burger aantasten. Daarnaast slaat de overheid en het bedrijfsleven steeds meer gegevens op van burgers en zijn die gegevens steeds makkelijker op te vragen zijn en te combineren zijn.

De wetten waarop bof doelt zijn de volgende:

-          Wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden
-          Dataretentiewet
-          Wet vorderen gegevens
-          Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten

De wet Bijzondere Opsporings Bevoegdheden (BOB) die zorgt ervoor dat de overheid verregaande opsporingsbevoegdheden heeft gekregen die grotere inbreuk maken op de privacy dan reguliere opsporingsbevoegdheden.
De Dataretentiewet zorgt ervoor dat de internet providers verplicht zijn om een jaar lang alle verkeersgegevens van haar klanten te bewaren.
De wet vorderen gegevens zorgt ervoor dat de politie of justitie persoonsgegevens kan vorderen bij een instelling of bedrijf.
De wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten stelt wat de taken zijn de AIVD en de MIVD. De eerste van de vijf taken luidt als volgt:

Het verrichten van onderzoek naar organisaties en personen die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde, de veiligheid van de staat of voor andere gewichtige belangen van de staat. ’

Let hierbij vooral op het ‘vermoeden’ dat er dus moet zijn om onderzoek naar iemand te starten terwijl dit dus niet op bewijs hoeft te berusten.

Bof waarschuwt vooral dat al deze wetten samen een grote inperking van de privacy zijn. Stuk voor stuk zijn deze wetten te rechtvaardigen maar indien samengevoegd ontstaat er een gevaar voor de burger.

Daarnaast is ook de invoering van de elektronische dossiers door de overheid een punt waar wij ons zorgen over moeten maken. De overheid gaat (of heeft) een aantal persoonlijke dossiers digitaliseren en dat heeft nogal wat invloed op de privacy van de burgers. De elektronische dossiers die ingevoerd zijn of zullen worden zijn:

-          Elektronisch Kind Dossier
-          Elektronisch Patient Dossier
-          Elektronisch Leerling Dosier
-          Elektronisch Medisch Dossier

De reden dat bof zijn twijfels heeft bij de invoering van de elektronische dossiers is onder andere dat de gegevens moeilijk te veranderen of alleen al in te zien zijn. Daarnaast bestaat het gevaar dat de elektronische dossiers door verschillende instanties ingezien kan worden. Dit is vooral een probleem als straks alle gegevens gecombineerd kunnen worden. Verder bestaat er een risico dat er te veel informatie in de dossiers kan komen te staan. De vraag is of het wenselijk is dat er veel persoonlijke informatie over je jeugd bewaard blijft.

Verder ging het ook over het opslaan van vingerafdrukken en DNA. Vingerafdrukken moeten nu al afgegeven worden bij de aanvraag van een nieuw paspoort. DNA kan bijvoorbeeld straks worden afgenomen bij de familie van de verdachte zonder dat deze zelf verdacht is.

Er schuilen een aantal gevaren in opslaan van persoonlijke informatie door de overheid. Een daarvan heeft betrekking tot het opslaan van DNA. Er kan namelijk sprake zijn van ‘false positives’ waarbij er een DNA match (DNA van verdachte komt overeen met DNA dat op de plaats delict gevonden wordt) onterecht gemaakt wordt. Andere problemen schuilen in het gevaar van de zogenaamde ‘scope creep’ of ‘secondary use’. Dit betekent dat het doel van een project verschuift naarmate het project vordert. Dat betekent in dit geval dat de overheid informatie over ons verzameld in bijvoorbeeld de elektronische dossiers en dat dus op een gegeven moment gaat gebruiken voor andere doeleinden.
Ook is het gevaar reƫel dat de overheid zich veel gaat bezighouden met de preventie van misdaden. Dit is verkeerd omdat iedereen onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is. Als de overheid preventief onderzoek gaat doen dan gaat ze dus onterecht en ongefundeerd verdachten aanmerken terwijl dit dus indruist tegen de beginselen van ons rechtssysteem.
Ook zijn er neveneffecten die kunnen optreden bij een overheid die preventief misdaad wil bestrijden zoals bij het ophangen van camera’s. Als mensen een misdaad gepleegd zien worden op straat dan kan men beslissen het slachtoffer niet te helpen aangezien het op camera gefilmd wordt en daardoor de dader wel gepakt zal worden. Mensen stoten dus hun verantwoordelijk af door bijvoorbeeld het ophangen van veel camera’s.

Stephan Okhuijsen ontkrachtte op het laatst het argument: ‘ik heb niks te verbergen dus het maakt niet dat mijn privacy ingeperkt wordt.’ En hij verwees ons ook nog naar het boek ‘I’ve got nothing to hide’ van Daniel J. Solove waarin het ontkrachten van dat argument heeft uitgewerkt tot een compleet boek. Ter afsluiting een citaat van Benjamin Franklin dat dus nog steeds erg van toepassing is:

“Anyone who trades liberty for security deserves neither liberty nor security”


Bronnen:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten