dinsdag 9 november 2010

Individueel debatverslag


Individueel debatverslag.

Het laatste debat binnen onze werkgroep werd verzorgd door Jeffrey Kooy, Marlon van Schellebeek, Jordy Bossen en ikzelf, Roeland den Ouden. Het thema voor deze week was voor de tweede keer politiek en nieuwe media en spitste zich dit keer toe op privacy en surveillance. Onze stelling luidde daarom als volgt:

‘Mogen persoonsgegevens preventief ingezet worden voor bestrijding van criminaliteit en terrorisme in Nederland?’

Jeffrey Kooy vertegenwoordigde in dit debat de overheid en moest dus de stelling verdedigen. Jordy Bossen was de neutrale voorzitter. Marlon Schellebeek en ik waren de kritische burgers die het niet eens waren met de stelling. De reden daarvan is dat wij van mening zijn dat de privacy wordt ingeperkt doordat de overheid teveel informatie van haar burgers heeft.

Doordat Marlon en ik samen moesten werken was noodzakelijk dat we verschillende bronnen hanteerde en dat we elkaar aan konden vullen. Dat ging redelijk goed doordat we van tevoren op de hoogte waren van elkaars argumenten. Jeffrey had de pech dat hij alleen moest werken maar dat is hem uitstekend af gegaan.

Het debat zelf.

Het debat begon met een inleiding van twee minuten door alle debattanten. In mijn inleiding heb ik geprobeerd uit te leggen dat het een kort debat is en wij als kritische burgers moeite zullen hebben om alle facetten van dit onderwerp toe te kunnen lichten. Dit komt doordat de inperking van de privacy door de overheid op vele vlakken en via vele manieren gebeurd. Ik heb dus gezegd dat men vooral naar het totaalplaatje moet kijken en ons niet af moet rekenen op enkele bronnen of argumenten. Daarbij heb ik ook gezegd dat wij het niet eens zijn met de stelling en dat wij zelfs tegen het opslaan van gegevens in databanken zijn. Het debat verplaatste zich dan ook vaak naar de vraag of het opslaan van persoonsinformatie wel gewenst was.

Nadat alle debattanten hun inleiding gedaan hadden, mochten we vrij gaan discussiƫren. Jeffrey begon met een argument dat het allemaal een beetje overdreven was dat de privacy zo erg geschaad werd en dat dit nu eenmaal nodig is voor de bestrijding van terrorisme en criminaliteit. Wij reageerde daarop door aan te voeren dat de databanken waarin veel persoonsgegevens opgeslagen worden nog steeds gevoelig zijn voor inbraak. We illustreerden dit door het geven van voorbeelden van mensen die gedupeerd waren omdat hun gegevens bijvoorbeeld verkeerd in de databanken waren gezet. De reactie van Jeffrey op al de argumenten waarbij wij voorbeelden van zwaar gedupeerd burgers aanhaalden, was nogal populistisch te noemen. Hij stelde namelijk simpelweg dat er veel mensen wel voordeel bij hebben dat hun gegevens opgeslagen worden en dat die paar mensen die daar de dupe van zijn pech hebben. Dit was enigszins wel typerend voor het debat. Het was namelijk vooral een debat die inspeelde op het rationeel en emotie van het publiek. Er werden wel veel bronnen aangehaald maar daar werd niet heel diep op ingegaan.

Evaluatie debat.

Voor ons gevoel ging het redelijk maar zeker niet goed. Marlon en ik hadden lang niet al onze bronnen gebruikt omdat we daar in het heetst van de strijd niet aan toe gekomen waren of dat we ze vergeten waren. Ik kreeg wel te horen dat mijn rustige stijl van debatteren als goed ervaren was. Dat vond ik een groot compliment en ik was dan ook blij dat te horen. Toch was er zeker veel kritiek van het publiek. Ze vonden het moeilijk te volgen omdat we soms smeten met bronnen en omdat we af en toe enigszins afweken van de stelling. We hadden de stelling dan ook iets meer moeten afbakenen concludeerden we achteraf. Dan hadden we met meer structuur het debat kunnen voeren waardoor het overzichtelijk was voor het publiek wie welke argumenten aanvoerden en die hadden dan tegenover elkaar geplaatst kunnen worden. Dit bleek ook wel aan het feit dat het publiek weinig probeerde mee te doen. Mensen zeiden dat er moeilijk tussen te komen was omdat het zo snel ging. Dat de inbreng van het publiek dus zo klein was, was jammer maar heeft ons wel veel geleerd hoe we volgende keer beter een debat kunnen organiseren.

Conclusie.

Al met al was het een vermakelijk debat dat op een aantal punten beter had gekund. Deze punten zijn vooral in de structuur van het debat en kunnen misschien voor een klein deel de voorzitter verweten worden. De debattanten deden het dus redelijk. Marlon en ik hadden iets meer emotie moeten tonen en Jeffrey had af en toe iets langzamer moeten praten. De voorzitter had zich iets nadrukkelijker kunnen laten horen.  Wat er fout ging was dat er een beter afgebakende stelling had moeten zijn en dat er meer ruimte had moeten zijn voor het publiek om haar mening te ventileren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten