dinsdag 9 november 2010

Reflectie op het hoorcollege met Jeroen Steeman


Reflectie op het hoorcollege met Jeroen Steenman en de tekst: ‘Communication, Power and Counter-power in the Network Society.’ Door Manuel Castells.
Tijdens het hoorcollege van deze week kregen wij weer een gastspreker op bezoek. Dit keer in de persoon van Jeroen Steeman. Een oud student van de opleiding communicatie- en informatiewetenschappen welke vele van mijn mede studenten bij dit vak(waaronder ik) nu ook genieten. Meneer Steeman is internet communicatiemedewerker van GroenLinks en kwam vertellen over de mogelijkheden die nieuwe media bieden om de burgers meer in de politiek te betrekken. Dit sloot dan ook naadloos aan bij het thema van deze week: Politiek en Nieuwe Media: Participatie. Ik zal mij echter niet alleen richten op het gastcollege verzorgd door meneer Steeman maar ook op de tekst van Manuel Castells.
Als internet communicatiemedewerker van een politieke partij houdt Steeman zich bezig met het creëren van een zo groot mogelijk publiek voor de boodschappen van GroenLinks aan haar potentiële kiezers. Dit doet hij vooral door het gebruik van nieuw media die nagenoeg allemaal op een bepaalde manier aan het internet verbonden zijn. Voorbeelden hiervan zijn social networking sites zoals Facebook en Hyves en communicatiemiddelen zoals twitter. Zoals Steeman ook vertelde tijdens het college is de relatie van de politicus met de burger door de opkomst van het internet dan ook grondig veranderd. Er is nu sprake van direct contact (twitter) tussen politici en burger. Dit heeft ervoor gezorgd dat de burger meer invloed heeft gekregen op het functioneren van de politiek. Dit is een positieve ontwikkeling die de publieke sfeer (zoals beschreven door Jurgen Habermas) makkelijker toegankelijker en dus beter maakt.
Deze nieuwe, positieve ontwikkelingen hebben er volgens Steeman en Castells wel bijgedragen aan de personificatie van de politiek wat een minder positieve ontwikkeling is. Door de personificatie van de politiek is de essentie van een goede campagne voeren verschoven van het formuleren van goede standpunten naar het zwartmaken van de opponenten. Castells heeft dit mooi geformuleerd:

 If credibility, trust, and character become critical issues in deciding the political outcome, the
destruction of credibility and character assassination become the most potent political weapons.’
Castells claimt ook dat het vertrouwen van de mensen in politiek daardoor kan afnemen en baseert dit op verschillende onderzoeken. Hij stelt dat het vertrouwen in de politiek zo laag wordt dat mensen soms kiezen voor de minst slechte politicus. Dus door de schandaalpolitiek raken belangrijke politieke onderwerpen ondergesneeuwd en wordt er alleen aandacht besteedt aan het ‘moddergooien’ tussen politici of politieke partijen.
Castells noemt in zijn artikel ook vaak ‘powers’ en ‘counterpowers’. Hij zegt hierover het volgende:
‘I understand power to be the structural capacity of a social actor to impose its will over other
social actor(s).’
En over counterpowers zegt hij dit:
‘Counterpowers, I understand to be the capacity of a social actor
to resist and challenge power relations that are institutionalized.’
Hij stelt dat door de opkomst van nieuwe media de organisatie van de powers zowel als de counterpowers is veranderd. De counterpowers zijn er op vooruit gegaan doordat zij via internet gemakkelijker met elkaar kunnen communiceren en zichzelf dus beter kunnen organiseren. Hierdoor kunnen ze zich beter verzetten tegen de ‘powers that be’.  Om daar een beeld van te geven kan gedacht worden aan locaal georganiseerde anti-globalisme bewegingen die door het internet een potentieel miljoenenpubliek kunnen hebben.  Internet wordt gebruikt om de content van de geïnstitutionaliseerde media te veranderen. Ook hier is dus sprake van een verbetering van de publieke sfeer.
De instituten die de macht (power) in handen hebben, hebben ook geprofiteerd van de opkomst van het internet. Castells laat dit zien door aan te geven dat geïnstitutionaliseerde media op hun strategieën aanpassen met oog op de tegenmachten die proberen hun invloed te vergroten. Hij stelt:
‘The clearest evidence that corporate media are redirecting their strategies toward the Internet is
via their investments.’
Hiermee doelt hij erop dat NewsCorp (media instituut en dus power) in 2006 MySpace (social networking site en dus counterpower) heeft gekocht. De site kan dan gebruikt worden voor reclames en om inzicht te krijgen in de counter-powers.
Jeroen Steeman gaf tijdens het hoorcollege een voorbeeld dat ook als een goed voorbeeld kan dienen om het stukje hierboven te illustreren. Hij vertelde over een fietsslot van het merk Kryptonite. Dat merk is in dit geval de power. Dat merk bracht een nieuw slot uit die zeer makkelijk te kraken bleek. De gedupeerde (counterpowers) konden dit bekend maken op het internet waardoor het bedrijf genoodzaakt was iedereen zijn geld terug te geven en het slot aan te passen.
Hoewel op het eerste oog niet leek alsof er veel overeenkomsten zaten in de tekst van Castells en de lezing van Steeman bleek dit toch het geval te zijn.
Bronnen:
Castells, Manuel. „Communication, Power and Counter-power in the Network Society.” International Journal of Communication (2007): 238-266.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten